Oorzaken
Elke stoornis in een van bovengenoemde deelsystemen kan duizeligheid en/of evenwichtsklachten veroorzaken.
Vooral een acute aandoening van een van de evenwichtsorganen leidt tot heftige draaiduizeligheid, dikwijls met misselijkheid en braken. Vaak heeft men het gevoel dat de omgeving draait of iemand zelf draait. De omgeving ziet vaak dat de ogen een horizontale beweging maken en niet stil staan, dit noemen we een nystagmus. De klachten duren meestal uren tot dagen, meestal geleidelijk in ernst afnemend. Uiteindelijk zal spontaan herstel optreden, soms echter pas na weken of maanden. De bekendste oorzaken van een acute aanval van draaiduizeligheid zijn:
Een andere oorzaak van acuut optredende draaiduizeligheid, gerelateerd aan bewegen, is benigne paroxysmale positieduizeligheid (BPPD). Kenmerkend voor BPPD is dat de draaiduizeligheid slechts enkele seconden tot minuten duurt en optreedt bij bepaalde bewegingen (bukken, omhoog kijken, omdraaien in bed, gaan liggen in bed), BPPD wordt veroorzaakt door ‘kristalletje’ die zwerven door de booggangen van het evenwichtsorgaan. Het evenwichtsorgaan heeft 3 booggangen en in principe kan dit in elke booggang ontstaan. BPPD is een onschuldige, maar hinderlijke aandoening, die gelukkig vaak vanzelf weer over gaat. Houdingsoefeningen en fysiotherapie kunnen hierbij zinvol zijn. Acute duizeligheid kan ook zijn oorzaak buiten het evenwichtsorgaan hebben. Zo moeten we altijd alert zijn op neurologische problematiek.
Acute duizeligheid met een neurologische oorzaak.
Er kan ook sprake zijn van chronische duizeligheid.
Als bijv. na een acute aanval van draaiduizeligheid schade is opgetreden aan het evenwichtsorgaan of de hersenen, kan men na deze acute fase nog lange tijd last houden van duizeligheidklachten. De hersenen kunnen zorgen voor een compensatie van de schade aan of de uitval van een evenwichtsorgaan; hier is tijd en dikwijls ook training voor nodig. Soms echter is ook na langere tijd en training de compensatie onvoldoende en blijven er klachten bestaan, bijv. van een gevoel van onbalans met valneiging (bij snelle bewegingen) of problemen met scherp zien en schakelen in drukke ruimtes (dynamische visus).
Tot slot zijn er diverse oorzaken van duizeligheid buiten het evenwichtsorgaan en de hersenen, gerelateerd aan o.a. een lage bloeddruk (bij opstaan), een laag suiker, angst, hyperventilatie. Meestal betreft het dan een licht, zweverig gevoel dat soms dagelijks aanwezig is en geen draaiduizeligheid.